
Jurrian vertelt me wat er in zijn hoofd gebeurt: “Ik word gek van mezelf en mijn gedachten. Het komt wel goed met mijn werk, ik doe mijn best en weet ook dat het resultaat meer dan voldoende zal zijn. Zo gaat het altijd, dat weet ik. En toch blijf ik er over malen, tegen beter weten in! Ik heb er helemaal geen plezier meer in.
Ik zeg dan tegen mezelf: Stop daarmee. Denk aan iets anders, ontspan je, zoek afleiding. Hoe hard ik ook probeer om rustig te blijven, het lukt me niet. Mijn gedachten gaan als een malle en gaan met me aan de haal. Ik word hier gek van. Stop hiermee, zeg ik tegen mezelf. Denk toch eens rustig!”
Ik word al moe als ik naar het verhaal van Jurrian luister en ik heb met hem te doen. Ik herken het ook. Lang leefde ik vooral in mijn hoofd, met al mijn gedachten. Tot gek-makens toe. Misschien herken jij het ook wel?
Helaas kun je je hoofd niet stilzetten of je gedachten stoppen. Dat is precies van Jurrian mij vertelt. En er is ook vast een reden waarom hij zo helemaal in zijn hoofd leeft. Hij is ergens door vertrokken uit zijn lijf en leeft helemaal in zijn hoofd. Ooit, misschien wel toen hij heel klein was.
Als ik naar Jurrian kijk zie ik het volgende: Jurrian zijn hele houding is gespannen, hij zit voorovergebogen op zijn stoel. Hij ziet er moe en opgefokt uit, zijn gezicht is rood. Hij praat snel en zijn ademhaling zit hoog. Zijn lichaam is onrustig in beweging, hij verplaatst continue zijn voeten. Hij slaat met zijn ene hand in de andere en vervolgens wringen zijn handen in elkaar. Hij pakt voor de zoveelste keer zijn koffiekopje, wat al lang leeg is. Van al deze dingen is Jurrian zich niet bewust. Hij hoort alleen zijn razende gedachten.
Jurrian zijn lichaam geeft voldoende signalen waar ik met hem mee aan de slag kan. Hij heeft de moed opgevat om naar me toe te komen. We gaan deze moed inzetten om hem terug te brengen in zijn lichaam en zijn hart. Vanuit zijn hart zal hij beter in staat zijn naar om met zijn gedachten te dealen en kan hij weer over de wijsheid van zijn lichaam beschikken.