
John (52) heeft vijf jaar een relatie met Suzan (49), sinds twee jaar wonen ze samen. Ze hebben het over het algemeen goed met elkaar, maar het gebeurt ook dat het niet lekker loopt en ze botsen. Op de lastige momenten komen ze er vaak niet goed uit.
Suzan is mondig en weet stevig haar zegje te doen. John valt daardoor stil en trekt zich terug in zichzelf. Hij zou graag anders willen reageren, omdat hij op deze manier niet bereikt wat hij wil. Hij neemt zich steeds voor anders te reageren. Maar als het zover is lukt hem dat niet, hij trekt zich elke keer terug in zijn schulp. En dat is in een fractie van een seconde gebeurd. John voelt zich op zulke momenten erg alleen in zijn relatie met Suzan.
John begrijpt niet waarom hij elke keer op deze manier reageert op Suzan. Als ze elkaar na verloop van tijd weer vinden ziet John dat Suzan haar bedoelingen goed zijn. Suzan op haar beurt vindt het erg lastig dat John zich zo kan afsluiten en gaat als reactie dan juist aan hem trekken. Wat niet helpt, John is al niet meer bereikbaar.
Deze momenten komen steeds vaker voor. John zegt: "Ik haak gewoon af als Suzan zo doet en dan zeg ik helemaal niets meer. Het voelt dan net alsof we vreemden voor elkaar zijn!"
John kent dit ook uit een eerdere relatie en is bang is dat zijn relatie met Suzan ook fout zal lopen. Hij vindt hun relatie de moeite waard en wil dit graag voorkomen. Hij is bereid te investeren en zijn gedrag te onderzoeken door middel van therapie. John wil meer zicht krijgen wat er precies gebeurt en hoe hij dit anders kan doen. Hij beseft dat hij er met zijn gezonde verstand alleen niet komt, dat heeft hij lang genoeg geprobeerd.
We gaan met zijn hulpvraag aan de slag. We staan stil bij wat er precies gebeurt bij John, als het niet lekker loopt met Suzan. We onderzoeken wat John ziet bij Suzan, wat hij hierbij denkt en wat hij voelt. Ik breng hem steeds weer terug bij wat er in zijn lijf te voelen is.
Hij merkt op een bepaald moment op dat hij deze gevoelens kent uit de relatie met zijn vader. “Maar die leeft al niet meer, wat heeft hij er mee te maken?”, zegt hij, waarmee hij het weg wil wuiven. Ik stel John voor om toch met de ervaringen met zijn vader uit zijn kindertijd aan de slag te gaan.
Het wordt al snel duidelijk dat er in de relatie met zijn vader weinig ruimte was voor John. Zijn vader was dominant en duldde geen tegenspraak. Als John het niet met zijn vader eens was luisterde zijn vader niet naar hem maar probeerde John nog steviger verbaal te overtuigen. Net zolang tot John zijn mond hield. “Ik gaf het gewoon op!”, beseft John. Hij komt weer in contact met de gevoelens die hij op zulke moment als kind had. Hij heeft ze destijds diep weggestopt.
In zijn thuissituatie wordt John zich steeds meer bewust van zijn neiging om zich terug te trekken uit het contact met Suzan. Het lukt hem steeds sneller om dit op te merken. Langzamerhand is hij in staat op een andere manier te reageren op Suzan, waardoor zij samen daadwerkelijk in gesprek kunnen.
John is zich er van bewust geworden dat hij steeds geraakt wordt door Suzan in de pijn die hij vroeger opgelopen heeft bij zijn vader. Dit is een belangrijk inzicht voor hem, waardoor hij 'vroeger' en 'nu' steeds beter uit elkaar kan houden.
Als we afscheid nemen vertelt John: “Al na twee sessies zei Suzan dat ik anders werd, ze vind me steeds opener worden en ze is heel blij dat ik me niet meer zo afsluit voor haar. Natuurlijk raken we nog wel in conflict, maar we komen er steeds sneller uit. Ik begrijp mezelf beter en kan dat ook uitleggen aan Suzan, die daar graag rekening mee houdt. Onze band wordt veel hechter. En ik voel me een stuk minder alleen in de relatie, waar ik heel blij mee ben.”